debacker.info

Home
 
Breinbrekers
 
Online kwis
 
Kleuterhoekje
 
Oefeningen eerste leerjaar
 
Oefeningen tweede leerjaar
 
Oefeningen derde leerjaar
 
Oefeningen zesde leerjaar
 
Woordpakketten Tijd voor Taal
 
Oefeningen middelbaar
 
Kwisvragen
 
Kinderverhaaltjes
 
Moppen
 
Contact
 




 

Wiskunde en rekenen: oefeningen op de commutatieve, associatieve en distributieve eigenschap


Commutatieve eigenschap

Bij een optelling en bij een vermenigvuldiging mag je de getallen van plaats wisselen.

a + b = b + a
a ⋅ b = b ⋅ a

Daarbij stellen a en b getallen voor.


Associatieve eigenschap

Bij een optelling en bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde waarin je de bewerking uitvoert, veranderen. Dat betekent dat je haakjes mag plaatsen, verplaatsen of weglaten.

(a + b) + c = a + (b + c)
(a ⋅ b) ⋅ c = a ⋅ (b ⋅ c)

Daarbij stellen a en b getallen voor.


Distributieve eigenschap

Om een getal te vermenigvuldigen met een som, mag je dat getal vermenigvuldigen met elke term van die som en de verkregen producten optellen.

Om een getal te vermenigvuldigen met een verschil, mag je dat getal vermenigvuldigen met elke term van dat verschil en de verkregen producten aftrekken.

a ⋅ (b + c) = a ⋅ b + a ⋅ c
a ⋅ (b − c) = a ⋅ b − a ⋅ c

Daarbij stellen a, b en c getallen voor.


Hieronder volgen enkele oefeningen. De oplossingen staan allemaal onderaan. Je kan dus best eerst alle raadsels proberen op te lossen, en daarna alle oplossingen bekijken.

Opgave       

Hier komen ze:

  1. Werk uit met de commutatieve eigenschap: 89 + 215 + 311

  2. Werk uit met de commutatieve eigenschap: 20 ⋅ 49 ⋅ 5

  3. Werk uit met de distributieve eigenschap: 25 ⋅ 37

  4. Werk uit met de distributieve eigenschap: 170 ⋅ 9

  5. Bereken door de commutatieve, associatieve en/of distributieve eigenschap toe te passen.

    a) 6 + 15 + 24 + 55

    b) -4 ⋅ 16 ⋅ 25

    c) 16 ⋅ 7

    d) 57 ⋅ 111

    e) 4 ⋅ 14 ⋅ 3 ⋅ 250




Scroll naar beneden voor de oplossing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De oplossingen

  1. Werk uit met de commutatieve eigenschap: 89 + 215 + 311

    = 89 + 311 + 215
    = 400 + 215
    = 615

  2. Werk uit met de commutatieve eigenschap: 20 ⋅ 49 ⋅ 5

    = 20 ⋅ 5 ⋅ 49
    = 100 ⋅ 49
    = 4900

  3. Werk uit met de distributieve eigenschap: 25 ⋅ 37

    = (20 + 5) ⋅ 37
    = 20 ⋅ 37 + 5 ⋅ 37
    = 740 + 185
    = 925

  4. Werk uit met de distributieve eigenschap: 170 ⋅ 9

    = 170 ⋅ (10 - 1)
    = 170 ⋅ 10 - 170 ⋅ 1
    = 1700 - 170
    = 1530

  5. Bereken door de commutatieve, associatieve en/of distributieve eigenschap toe te passen.

    a) 6 + 15 + 24 + 55 = (6 + 24) + (15 + 55) = 30 + 70 = 100

    b) -4 ⋅ 16 ⋅ 25 = -4 ⋅ 25 ⋅ 16 = -100 ⋅ 16 = -1600

    c) 16 ⋅ 7 = 16 ⋅ (10 - 3) = 16.10 - 16.3 = 160 - 48 = 112

    d) 57 ⋅ 111 = 57 ⋅ (100 + 10 + 1) = 5700 + 570 + 57 = 6327

    e) 4 ⋅ 14 ⋅ 3 ⋅ 250 = 4 ⋅ 250 ⋅ 14 ⋅ 3 = 1000 ⋅ 14 ⋅ 3 = 14000 ⋅ 3 = 42000


 


Terug naar het overzicht met breinbrekers