debacker.info

Home
 
Breinbrekers
 
Online kwis
 
Kleuterhoekje
 
Oefeningen eerste leerjaar
 
Oefeningen tweede leerjaar
 
Oefeningen derde leerjaar
 
Oefeningen zesde leerjaar
 
Woordpakketten Tijd voor Taal
 
Oefeningen middelbaar
 
Kwisvragen
 
Kinderverhaaltjes
 
Moppen
 
Contact
 




 

Woordpakketten voor het derde leerjaar



Terug naar het overzicht met woordpakketten


In de scholen waar men werkt met de methode "tijd voor taal" wordt ook in het derde leerjaar gewerkt met woordpakketten.

Ouders die graag hun zoon of dochter in het 3e leerjaar wat willen begeleiden bij de voorbereiding van een dictee, kunnen de woordjes hieronder voorlezen aan hun spruit terwijl die naarstig schrijft.

Wil je er zelf wat minder tijd insteken, volg dan onderstaande werkwijze. Dat is hoe ik het zelf ook doe :-)
  • Op deze website is een vriendelijke meneer te zien die de woorden van elk woordpakket afleest in een rustig tempo: klik hier. Start één van de filmpjes en laat zoon of dochter alle woordjes opschrijven.
  • Na afloop overloop je even de geschreven woorden en vergelijk ze met de hieronder vermelde woorden. Duid de fout gespelde woorden aan, en laat deze nog 3 keer opnieuw schrijven.
  • Een paar pakketjes per dag volstaan allicht.
Ik wil nog even vermelden dat ik geen pedagogische opleiding heb genoten en dus niet gehinderd ben door enige pedagogische kennis. Het is gewoon de methode die ik zelf hanteer.

Woordpakket 1

bank, grond, kruipt, kooien, ouders, blauw, brandweer, donker, mooiste, schreeuwt, draaiden, hangt, lach, heb, vliegt, vrijdag, ingang, nieuw, weide, wacht


Woordpakket 2

bakken, blussen, domme, drukke, emmer, frisse, gillen, kapper, koppel, kudde, mannen, redden, slimme, spinnen, sterren, takken, trokken, tunnel, vlekken, volle


Woordpakket 3

aten, bleven, boze, duren, hele, kabels, keken, kopen, muziek, proper, pure, ruzie, spraken, sturen, tegen, toverde, tranen, vlogen, wereld, zaten


Woordpakket 4

dolle, felle, hadden, katten, knuffel, lekker, lippen, midden, nummer, toffe, breken, brutaal, dode, hemel, kraken, meter, oven, probeer, slaven, wapens


Woordpakket 5

boerin, boeven, brieven, hoeve, keuze, leuker, niemand, proeven, verliezen, vieren, alweer, raakte, beleefde, daardoor, gevoel, moorden, speelplaats, stroomde, verdiende, vreemde


Woordpakket 6

goudvissen, trekpaarden, paddenstoel, aantallen, vertrekken, jammer, aankleden, klaarmaken, muziekdoos, overval, zomerdag, slaapkamer, boekentas, brievenbus, grootmoeder, dierentuin, ziekenhuis, schatten, schoten, schrokken


Woordpakket 7

babbelen, winkelen, knutselen, kriebelen, rinkelen, wandelen, openen, oefenen, regenen, anderen, fluisteren, bibberen, gisteren, bladeren, kinderen, donderen, eieren, betere, dappere, iedere


Woordpakket 8

aapjes, dorpje, kaartje, snoepje, briefje, groepje, kijkje, vriendje, broodjes, hartje, liedje, buikje, heksje, pakjes, dansje, hondjes, pootje, blaadjes, gaatje, glaasje


Woordpakket 9

adres, fabrieken, kapot, natuur, agente, jaloers, paleizen, papa, april, kabouter, lawaai, papier, avontuur, kalender, raket, muisstil, hoofddoek, dansschool, oorring, oppas


Woordpakket 10

einde, bijten, fout, auto, geheim, konijn, gelijk, koud, blauw, klein, krijgt, ouders, flauw, reis, vijand, vrouwen, saus, weide, paus, stout


Woordpakket 11

duwt, schaduw, sluw, uw, ruw, schuw, stuwdam, duwen, schuw, zwaluw, zenuw, huwen, avond, zondagavond, vanavond, gisteravond, zomeravond, horror, motor, motorboot


Woordpakket 12

allemaal, grotten, beginnen, druppel, koffer, fakkels, lukken, flessen, sneller, badkamer, rekenboek, bewegen, sluwe, gevaren, koning, opendoen, kachel, lachen, lichaam, kikker


Woordpakket 13

beertje, koffertje, verhaaltje, broertjes, konijntje, vrouwtje, diertje, kuikentjes, dochtertje, papiertje, ezeltje, uurtje, balletje, stemmetjes, biggetje, gangetje, mannetje, spelletjes, boompje, raampje


Woordpakket 14

draait, vandaag, haai, draag, saai, gloeien, groeit, zondag, oei, omhoog, gooit, slag, kooien, lach, vlieg, nooit, pech, boog, zich, dwerg.


Woordpakket 15

schreeuw, links, nieuw, jaagt, duwt, zegt, jong, kracht, slang, vlucht, breng, aandacht, vingers, bericht, dank, dacht, klonk, gevecht, denkt, vrachtwagen.


Woordpakket 16

alsjeblieft, glimlach, toch, beestje, achterdeur, plezier, slechte, doosje, brachten, terug, vluchten, huisje, daarachter, zachtjes, zusje, markt, zichzelf, lichtje, dichter, gevechten


Woordpakket 17

beklimmen, achterover, schrikken, nadenken, kanonnen, beneden, uitstappen, november, letters, boterham, verkennen, ophalen, ongelukken, duwen, voetballen, telefoon, oplossen, helemaal, winnaar, woonkamer


Woordpakket 18

bedankte, bezoekje, bedoel, begraven, beloofde, bewakers, geboorte, geweren, gebruiken, gewone, geloven, genieten, geschenk, verdieping, verwacht, verhuizen, verzorgen, verjaardag, verlegen, vertellen


Woordpakket 19

aarde, laarzen, dezelfde, grootste, piekerde, bandieten, fietsten, wandelden, ergens, kussens, deksel, zetel, kriebels, stekels, eerder, langer, pikdonker, dochters, koffers, meesters


Woordpakket 20

aantal, kantoor, ongeveer, afspraak, koelkast, schietkraam, boomstam, komaan, schoolfeest, daarop, kurkdroog, vandoor, eenmaal, meestal, vliegveld, waarmee, meekomen, meenemen, tweeling, zeehond


Woordpakket 21

afscheid, eruit, keihard, gebruikt, allebei, luisteren, schuilplaats, eieren, stofzuiger, kleinste, augustus, eigenaar, gauw, meisje, klauwen, eiland, snauwde, wenkbrauw, keizer


Woordpakket 22

bloeien, goeie, haaien, boerderijen, eeuwen, schreeuwde, schreeuwen, nieuws, opnieuw, kieuwen, achterna, erna, kassa, mama, opa, bravo, hallo, kangoeroe, koffie, foto


Woordpakket 23

altijd, grijze, trouwen, erbij, juffrouw, bijeen, wou, ijsje, oudste, terwijl, zouden, bouwen, mevrouw, kwijt, schouders, verdwijnen, dikwijls, blijkt, lijken, ontbijt


Woordpakket 24

aanvallen, duwde, nummers, rommel, aardappelen, eentje, oompje, ruwe, agenten, hotel, plannetje, toveren, betalen, kachel, rekenen, vestje, bootje, rillingen, wekker, kamperen


Woordpakket 25

armband, dolgraag, geweld, droeg, stad, lentedag, voorbeeld, uitleg, vreemd, dagboek, aardappel, middagmaal, boodschap, nogal, kindjes, rugzak, voedsel, verzorgde, doodstil, vliegtuig


Woordpakket 26

honing, slingerde, klank, leerling, tekening, uitgang, slank, bedankt, verdrinken, jongste, wandeling, koningin, donkere, zinken, langzaam, sprongen, angst, dronkaard, drankje, rinkelt


Woordpakket 27

allerlei, boerderij, schoolreis, mijnheer, eindje, vijver, zeiden, dichterbij, geheime, rijkste, kleintjes, wedstrijd, paleis, fijnste, bijna, smijten, lijkt, lijf, verschijnt, speeltijd


Woordpakket 28

kamperen, hekken, sturen, nummers, tomaten, manieren, klokken, draaimolen, lippen, postbode, vette, evenveel, straffen, verhalen, rollen, brutaal, dubbel, hogere, dikker, knappe