|
|||
|
|
Kinderverhaaltje: Sofie en de 7 boze wolven Sofie was een meisje dat heel snel kon lopen. Niet alleen heel snel, maar ook nog eens heel ver. Sofie had veel energie en kon dagenlang doorlopen. Op een dag liep Sofie door het bos. Ze had er nog nooit eerder gelopen, dus ze was een beetje bang. Maar toen ze voorbij de bomen kwam, zag ze iets verbazingwekkends. Er stonden zeven grote, boze wolven die koprollen konden doen! Ze hadden hun poten in de lucht zodat ze konden rollen. Sofie was zo gefascineerd dat ze bleef staan om naar hen te kijken. De boze wolven begonnen te grommen en kwamen op haar af. Sofie was doodsbang, maar ze had geen tijd om bang te zijn. Ze draaide zich om en rende zo snel als ze kon. De wolven waren verrast en achtervolgden haar. Ze gromden en sisten, maar Sofie keek niet eens achterom. Ze rende harder dan ze ooit had gedaan en slaagde erin om te ontkomen aan de wolven. Sofie had het gered! Ze was zo snel geweest dat zelfs de boze wolven haar niet konden inhalen. Van die dag af wist Sofie dat als ze ooit weer in een situatie terecht zou komen waarin ze moest vluchten, ze kon rekenen op haar eigen snelheid. Terug naar het overzicht met kinderverhaaltjes |
|