De tekenleraar vraagt aan Jantje: ‘Wat heb je getekend, Jantje?’
Jantje antwoordt: ‘Een grazende koe, meneer.’
De tekenleraar reageert verrast: ‘Waar is het gras dan?’
‘Dat heeft de koe opgegeten, meneer.’ zegt Jantje.
‘En waar is de koe eigenlijk?’ vraagt de leraar.
Jantje antwoord: ‘Die is weg. Een koe blijft toch niet in een wei zonder gras staan.’