Een oogje dicht knijpen

Een man zit aan de bar in een café.

Het valt de barman op dat hij bij elke slok zijn ogen dichtknijpt. Hij is nieuwsgierig naar de reden, maar durft er niets over te zeggen.

Wanneer de man zijn 4de pilsje bestelt, kan de barman zich niet langer inhouden. Hij vraagt: “Vergeef mij mijn nieuwsgierigheid, maar waarom sluit u tijdens het drinken steeds uw ogen?” (want zo praten barmannen)

De man antwoordt vriendelijk: “Wel, dat is op aanraden van mijn dokter. Hij heeft gezegd dat ik niet te diep in het glas mag kijken.”

 

Drukfout in menukaart

Een man heeft net gegeten in een restaurant. Hij vraagt de rekening.

Wanneer de ober deze brengt, zegt de man vriendelijk: ‘Excuseer, maar ik wil u er graag op wijzen dat er een drukfout in de menukaart staat.’
‘Oei,’ zegt de ober, ‘waar staat ze? Dan geef ik het even door.’
‘Kijk hier.’ zegt de man wijzend, ‘Hier staat kalfslever, maar het had kalfsleder moeten zijn.’

 

Kopje koffie, of iets anders?

Er zitten twee mannen in de bar van het hotel. Het is een kalme avond.
Na enige tijd vraagt de een aan de ander: ‘Mag ik u een kop koffie aanbieden?’
De ander antwoordt: ‘Nee ik drink geen koffie, dank u.’
De eerste vraagt dan: ‘Wilt u dan misschien een kopje thee?’
‘Nee’, antwoordt de tweede, ‘ik drink ook geen thee.’
De eerste man houdt vol: ‘Een rum-cola misschien?’
De tweede man antwoordt: ‘Ik drink geen cola, dank u.’

 

Toiletbezoek

Een man is op café aan het genieten van enkele biertjes. Het ene na het andere, natuurlijk. Ze smaken.

Na enige tijd moet hij naar het wc. Hij is bang dat er iemand uit zijn nog bijna volle glas zal drinken tijdens zijn afwezigheid. Daarom legt hij een briefje bij zijn glas, waarop hij geschreven heeft: “Ik heb erin gespuugd”

Wanneer hij terugkomt, ziet hij dat er iets bij geschreven staat: “Ik ook”

 

Koffie van gisteren

Jennie gaat naar een restaurant en bestelt een kopje koffie. 

Even later krijgt ze de koffie. Ze neemt een slokje en spuugt het meteen weer uit. “Bah!”, roept ze uit, “Is dit koffie van gisteren?”

“Dat klopt, mevrouw,” zegt de ober, “deze koffie is inderdaad van gisteren.”

Jennie vraagt of ze ook koffie van vandaag hebben. 

De ober antwoordt beleefd: “Ja hoor, mevrouw, maar dan moet u morgen terugkomen.”

 

Toegetakelde piraat

Een piraat komt binnen in een café.

De barman heeft niet veel werk en slaat een praatje met hem. Hij vraagt: “Hoe kom je aan die houten poot, beste kerel?”

“Wel,” zegt de vriendelijke piraat, “ik had een akkefietje met een haai. Ik ben verloren.”

“Oei”, zegt de barman. “En hoe kom je aan die haak aan je arm?”

De piraat antwoordt: “Mijn hand ben ik helaas kwijtgeraakt in een zwaardgevecht tijdens een plundering. Toen ben ik ook niet gewonnen.”

De barman is even stil, maar vraagt het toch: “Hoe kom je aan dat lapje voor je oog?”

“Dat was brute pech. Er poepte een meeuw in mijn oog tijdens het zonnen op het dek.” antwoordt de piraat.

De barman zegt verrast: “Brandt vogelpoep helemaal door je oog heen dan?”

“Nee,” zegt de piraat, “maar toen had ik mijn haak nog maar pas, en ik wou de poep uit mijn oog wrijven.”

 

Stefan kan toveren

Stefan zegt: “Ik kan toveren”.

“Hoe dat zo?” vraagt Thierry?

“Wel, ” zegt Stefan, “als ik ’s avonds om 10 uur vertrek om met de hond te wandelen, kom ik om middernacht met een kater thuis.”

 

Dom blondje in pizzeria

Een dom blondje gaat naar de pizzeria en bestelt een pizza pollo.
De pizzaboer vraagt: “Wilt u de pizza in 6 of in 10 stukken gesneden?”
Het domme blondje antwoordt: “Doe maar 6 stukken, want 10 stukken krijg ik nooit op.”

 

Blinde man in vrouwenbar

Een blinde man gaat per ongeluk een vrouwenbar binnen. Hij vindt zijn weg tot aan de toog, zet zich neer op een kruk en bestelt iets te drinken.

Nadat hij er zo een tijdje heeft gezeten, roept hij naar de persoon aan de tap, “Hey, wil jij een blondjes-mop horen?” De hele bar wordt in één klap muisstil.

Met een diepe, zware, dreigende stem zegt de vrouw naast hem aan de toog, “Vóór u die mop vertelt, meneer, moet je enkele dingen weten:
Eén – De persoon achter de tap is een blonde vrouw.
Twee – De buitenwipper is een blonde vrouw.
Drie – Ik ben een 1,90m grote, 100 kilo zware blonde vrouw met een zwarte gordel in karate.
Vier – De vrouw die naast me zit, is een blonde vrouw en is een professionele gewichthefster.
Vijf – De vrouw aan jouw andere zijde is een blonde vrouw en is een professionele worstelaarster.
Ik raad u aan om er eens goed over na te denken, meneer. Wil die mop nog altijd vertellen?”

De blinde man denkt enkele seconden na, schudt zijn hoofd en zegt, “Nee, niet als ik ze vijf keer moet gaan uitleggen.”

 

Ruzie met het vrouwtje

Op een avond loopt Piet zijn stamcafé binnen en zegt: “Karel, een trappist graag. Ik heb net ruzie gehad met het vrouwtje.”

“Oh ja?” zegt Karel. “En hoe verliep het deze keer?”

Toen het voorbij was,” antwoorde Piet, “kwam ze op handen en voeten naar me toe gekropen.”

“Wow!” zegt Karel, “En wat zei ze?”

Ze zei: “Kom onder dat bed vandaan, bangerik!”

 

Geen lekker eten op restaurant

Een man en een vrouw eten samen in een restaurant, maar het eten smaakt verschrikkelijk.

De vrouw zegt tegen de man: “Bah, dat eten is echt vies!”

“Inderdaad!”, antwoordt de man, “We hadden net zo goed thuis kunnen eten.”

 

Op zoek naar een straatgevecht

Een man gaat naar een ruige buurt en stapt een café binnen. Tegen een man aan de bar zegt hij: “Hallo, ik zoek een straatvechter, ik zou wel eens een echt straatgevecht willen zien.”

“Dat treft,” zegt de man, “ik ben toevallig een straatvechter. Mij moet je hebben.” “Ok,” zegt de eerste, “ga mee naar buiten, dan zoeken we een tegenstander.”

Buiten gekomen zien ze een boom van een kerel aan komen lopen. “Daar,” zegt de nieuwsgierige, “dat is je tegenstander.”

“Welnee,” zegt de straatvechter, “als ik een keer hard op de grond stamp, dan rent hij weg.”

Dan komt er een echtpaar aanlopen. “Kijk,” zegt de straatvechter, “die vent, daar ga ik mee vechten.”

“Hoe wil je dat dan doen?” vraagt de ander.

“Ik weet wel een manier om hem uit te dagen”, zegt de straatvechter, “Ik scheld gewoon zijn vrouw verrot. Dan moet hij wel met me vechten.”

En hij begint te schelden tegen die vrouw: “Jij vuile, smerige, achterbakse hoer dat je bent!”

“Kijk,” zegt haar man tegen zijn echtgenote, “nou hoor je het eens van een ander!”

 

Filip denkt aan scheiden

Twee vrienden zitten in de bar achter een biertje.

Filip zegt ineens: “Ik geloof dat ik van mijn vrouw ga scheiden.”

“Waarom dat?” vraagt Matthias verrast.

Filip zegt: “Wel, het is nu al bijna drie maanden dat Mieke niet meer tegen mij spreekt.”

Matthias drinkt eens van zijn biertje, denkt een tijdje na en zegt dan: “Filip, denk er toch nog eens goed over na voordat je een overhaaste beslissing neemt. Zo’n vrouw vind je niet gemakkelijk.”

 

Papa worden van een meerling

Drie mannen zitten in een café.

Piet zegt: ‘Mijn vrouw heeft een tweeling gekregen nadat ze het boek De twee zusters had gelezen.’

Fons antwoordt: ‘Dat is ook toevallig, mijn vrouw heeft een drieling gekregen nadat ze het boek De drie musketiers had gelezen!’

Phil springt op, doet zijn jas aan en haast zich naar de deur.

Piet roept: ‘Waarom ren je plots weg?’

Phil antwoordt: ‘Mijn vrouw is van plan het boek De 101 dalmatiërs te lezen!’

 

Chocolade-ijs

Een giraf loopt een snackbar binnen en bestelt chocolade-ijs.

Een vrouw die het gezien heeft, zegt verbaasd tegen de verkoper: ‘Dat is vreemd, een giraf die chocolade-ijs bestelt.’

‘Ja, heel vreemd’, antwoordt de verkoper. ‘Normaal neemt hij vanille-ijs.’

 

Een domkop koopt een pizza

Er komt een domkop bij de pizzeria. Hij bestelt een pizza.

Wanneer de pizza klaar is, vraagt de verkoper of hij de pizza in zes of acht stukken moet snijden.

De domkop zegt: ‘Doe maar in zes stukken, want acht krijg ik nooit op!’

 

Zwart en wit

Sven zit op café met zijn vriend en vraagt: ‘Zeg, Karel, is zwart een kleur?’

Waarop Karel antwoordt: ‘Tuurlijk, Sven.’

Na een tijdje vraagt Sven: ‘Is wit ook een kleur?’

‘Ha ja, he’, antwoordt Karel.

Wanneer Sven thuis komt zegt hij tegen zijn vrouw: ‘Schat, we hebben toch een kleurentelevisie!’

 

Groot of klein

Piet en Pol gaan naar een taverne en bestellen elk een hamburger.

Even later brengt de dienster 2 hamburgers. Er blijkt één grote en één kleine hamburger te zijn.

‘Jij mag eerst kiezen’, zegt Piet.

Pol denkt even na en kiest dan de grote.

‘Wat ben jij onbeleefd!’, roept Piet uit. ‘Jij kiest gewoon de grote!’

‘Welke zou jij dan gekozen hebben?’ vraagt Pol.

‘De kleine, natuurlijk’, zegt Piet.

‘Wel, wat zeur je dan! Die heb je nu toch?’ is het antwoord van Pol.

 

Fooi voor de ober

Een man eet in een restaurant. Bij het betalen geeft hij één euro fooi.

De ober kijkt ernaar, fronst de wenkbrauwen en zegt: ‘Uw zoon was gisteren hier. Hij gaf een veel grotere fooi.’

De man antwoordt: ‘Tja, mijn zoon heeft een rijke vader. Maar ik niet.’

 

Tomaten op restaurant

Er zitten twee tomaten te eten in een restaurant.

Opeens prikt de ene tomaat de andere met zijn vork.

‘Au! Wat doe je nou?’ vraagt de geprikte tomaat een beetje boos.

De andere tomaat antwoordt: ‘Ik had ketchup nodig.’