Een vrouw loopt nadert de brug in het park. Ze hoort een man op de brug zingen: ‘34 tralalala!’
De vrouw snapt er niks van en loopt naar de meneer toe en vraagt: ‘Waarom zingt u 34 tralalala?’
De man antwoordt: ‘Kijk maar eens in het water.’
De vrouw kijkt in het water en zegt: ‘Wat is er? Ik zie niets.’
‘Buig maar wat verder naar voren.’ zegt de man.
De vrouw buigt voorover. Opeens duwt de man haar van de brug. Ze valt met een plons het water in.
De man begint weer te zingen: ‘35 tralalala!’