De leraar vraagt aan Jantje: ‘Kun jij een uitgestorven dier noemen?’
Jantje antwoordt: ‘De kanarie, meneer.’
De meester zegt: ‘De kanarie is toch helemaal niet uitgestorven!’
Jantje zegt: ‘Jawel hoor, de kat van de buren heeft hem gisteren opgegeten.’