Liam is in de vijver gevallen. Hij dreigt te verdrinken. Een man springt er achteraan en kan hem redden.
Zodra hij op het droge is, bedankt Liam de man uitvoerig. Het is een welopgevoede jongen.
De man zegt dat het graag gedaan is en vraagt dan: “Maar zeg eens, kan jij niet zwemmen, jongen?”
Liam zegt: “Toch wel, meneer. Maar op dat bordje daar staat dat het verboden is om te zwemmen.”