Vacature voor boekhouder

Bij een bedrijf is er een vacature voor de functie van boekhouder.

De eerste sollicitant komt langs. Er wordt aan hem gevraagd: “Als Boekhouder moet je goed kunnen tellen. Kunt u van 1 tot 10 tellen?”

“Ja hoor, antwoordt de sollicitant. 10,9,8,7,6,5,4,3,2,1,0”

“Dat is heel goed, maar kunt u ook van voor naar achteren tellen?”.

“Nee”, antwoord de sollicitant, “Dat kan ik niet omdat ik altijd archivaris ben geweest en gewend ben om van achter naar voor te tellen”.

Hij werd niet aangenomen.

De tweede sollicitant komt langs, en aan hem wordt hetzelfde gevraagd. “Ja hoor, dat kan ik wel. 2,4,6,8,10,9,7,5,3,1”.

“Maar kunt u ook gewoon van voor naar achteren tellen?”.

“Nee, zegt hij, ik ben altijd postbode geweest en kan alleen maar de huisnummers tellen waar ik de brieven altijd gebracht heb”.

Hij werd evenmin aangenomen.

Ook aan de derde sollicitant wordt gevraagd of hij van 1 tot 10 kan tellen.

“Jazeker, antwoord deze, 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10”.

“Dat is heel erg goed. Welke functie had u hiervoor?”.

De sollicitant antwoordt: “Ik ben ambtenaar geweest”.

“Dat is heel mooi, en kunt u ook verder tellen?”.

“Ja hoor, dat kan ik. Boer, vrouw, koning, aas”.

 

Een nieuwe papegaai kopen

Een man gaat naar een dierenwinkel om een papegaai te kopen. De eigenaar van de winkel wijst drie papegaaien aan die er hetzelfde uitzien en zegt: “De papegaai aan de linkerkant kost 1000 euro.”

“Waarom kost die papegaai zoveel?” vraagt de man.

De winkelbediende antwoordt: “Wel, deze papegaai weet hoe je een Windows computer moet bedienen, en kan met een smartphone overweg.”

De man staat versteld en vraagt naar de middelste papegaai. Het antwoord luidt dat die 2000 euro kost omdat deze alles kan wat de andere ook kan, plus dat hij ook weet hoe je een Apple computer moet gebruiken en zelfs enkele eenvoudige programma’s kan schrijven in C#.

Steeds meer onder de indruk vraagt de man naar de derde papegaai. Deze blijkt 4000 euro te moeten kosten.

De man vraagt: “Wat kan deze dan allemaal?”

Waarop de winkelbediende antwoordt: “Wel, om eerlijk te zijn heb ik hem nog nooit iets zien doen, maar de andere twee zeggen ‘baas’ tegen hem!”

 

Het lot van een werknemer

Kom je te laat op je werk, dan geef je een slecht voorbeeld. Kom je te vroeg, dan ben je een rondneuzer, of blij thuis weg te zijn.

Blijf je overwerken, dan ben je een uitslover. Ga je op tijd weg, dan heb je geen hart voor de zaak.

Pleeg je overleg, dan durf je zelf niet te beslissen. Doe je het niet, dan ben je eigenwijs.

Neem je iemand apart, dan schep je onderonsjes. Doe je het niet, dan ben je onpersoonlijk.

Ben je aardig, dan wil je de getapte man uithangen. Houd je afstand, dan heb je verbeelding.

Kom je met nieuwe ideeën, dan ben je een nieuwlichter. Maar als je ze niet hebt, dan gaat er niets van je uit.

Laat je anderen iets voor je doen, ben je een afschuiver. Pak je het zelf aan, dan ben je eigengereid.

Hou je je stipt aan de voorschriften, dan ben je lastig. Als je het niet doet, ben je een slappeling.

Heb je succes, dan heb je geluk gehad. Loopt het mis, dan weet iedereen het je te vertellen.

Als je er niet meer bent, Dan was je een geweldige kerel!

 

Staalarbeiders

Op een dag komen er 2 staalarbeiders aan de hemelpoort aan. Ze kloppen aan.

St. Petrus komt opendoen. Hij kijkt in zijn gulden boek, maar zij staan er niet in. “Het spijt me, jongens, jullie hebben teveel stakingen op aarde georganiseerd. Jullie kunnen de hemel niet binnen”, en hij stuurt hen naar de hel.

Twee dagen later krijgt St. Petrus bezoek van de duivel. “Zeg Petrus, kom die twee staalarbeiders eens snel halen. Ze hebben al 2 ovens stilgelegd!”

 

Huisarts met water in de kelder

Een huisarts belt in het weekend een loodgieter met de vraag of hij direct wil komen, want hij heeft water in de kelder.

De loodgieter probeert de huisarts af te wimpelen en vraagt of dat niet kan wachten tot maandag. Maar de huisarts staat er op dat de loodgieter direct komt. Daarop zegt de loodgieter toe om direct te komen.

Bij de huisarts aangekomen neemt deze hem mee naar de kelder, doet de deur open en de loodgieter ziet inderdaad dat de kelder vol water staat.

De loodgieter vraagt de huisarts of die een paracetamol voor hem heeft. De huisarts gaat niet begrijpend een paracetamol halen en geeft deze aan de loodgieter.

De loodgieter gooit de paracetamol in het water en zegt tegen de huisarts: ‘Ik ben weer weg, als het maandag niet over is moet je me bellen’…

 

Verdwaald in een luchtballon

Een man vliegt in een luchtballon boven het land en beseft dat hij verdwaald is. Hij ziet beneden een man lopen en daalt tot hij binnen gehoorafstand is…

“Neem me niet kwalijk,” roept hij, “Kunt u mij misschien helpen? Ik heb mijn vriend beloofd hem een half uur geleden ergens te ontmoeten, maar ik weet niet waar ik ben!”

De man beneden antwoordt: “Ja. U bent in een heteluchtballon en zweeft ongeveer 10 meter boven de grond. U bevindt zich tussen de 40 en 42 graden noorderbreedte en tussen de 58 en 60 graden westerlengte.”

“U bent zeker een IT systeembeheerder?” zegt de man in de heteluchtballon.

“Inderdaad” zegt de ander, “maar hoe weet u dat?”

“Wel”, zegt de man in de ballon: “alles wat u zegt is technisch gesproken juist, maar ik heb helemaal niets aan die informatie. En al met al ben ik nog steeds verdwaald.”

De man op de grond kijkt omhoog en zegt: “U bent zeker manager?”

“Dat klopt”, zegt de man in de ballon, “maar hoe weet u dat?”

“Heel eenvoudig. U heeft geen idee waar u bent. U weet al helemaal niet waar u naartoe gaat. U heeft iets beloofd terwijl u geen idee heeft hoe u die belofte moet waarmaken en u verwacht van mij dat ik uw probleem oplos. U verkeert nog steeds in dezelfde positie als voor wij elkaar ontmoetten, maar op een of andere manier is het nu ineens mijn schuld.”

 

Slechte manieren afleren

Twee onbekenden zitten in de trein. Ze raken aan de praat en blijken alle twee ondernemer te zijn. Zoals dat gaat met ondernemers, beginnen ze al snel over het gebrek aan goed personeel te klagen.

De ene zegt dat het toch zo moeilijk is om werknemers slechte manieren af te leren.

De andere antwoordt: “Daar heb ik geen problemen mee. Ik ben bakker. Een nieuwe werknemer mag bij mij zoveel snoepen als hij wil. Na een week heeft hij er zijn buik van vol en lust hij niets meer.”

De eerste zegt: “Die truuk zal bij mij helaas niet lukken. Ik ben bankier.”