Bij een bedrijf is er een vacature voor de functie van boekhouder.
De eerste sollicitant komt langs. Er wordt aan hem gevraagd: “Als Boekhouder moet je goed kunnen tellen. Kunt u van 1 tot 10 tellen?”
“Ja hoor, antwoordt de sollicitant. 10,9,8,7,6,5,4,3,2,1,0”
“Dat is heel goed, maar kunt u ook van voor naar achteren tellen?”.
“Nee”, antwoord de sollicitant, “Dat kan ik niet omdat ik altijd archivaris ben geweest en gewend ben om van achter naar voor te tellen”.
Hij werd niet aangenomen.
De tweede sollicitant komt langs, en aan hem wordt hetzelfde gevraagd. “Ja hoor, dat kan ik wel. 2,4,6,8,10,9,7,5,3,1”.
“Maar kunt u ook gewoon van voor naar achteren tellen?”.
“Nee, zegt hij, ik ben altijd postbode geweest en kan alleen maar de huisnummers tellen waar ik de brieven altijd gebracht heb”.
Hij werd evenmin aangenomen.
Ook aan de derde sollicitant wordt gevraagd of hij van 1 tot 10 kan tellen.
“Jazeker, antwoord deze, 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10”.
“Dat is heel erg goed. Welke functie had u hiervoor?”.
De sollicitant antwoordt: “Ik ben ambtenaar geweest”.
“Dat is heel mooi, en kunt u ook verder tellen?”.
“Ja hoor, dat kan ik. Boer, vrouw, koning, aas”.