Jantje bezoekt met zijn vader de dierentuin.
Ze blijven staan voor de kooi met roofdieren en zijn vader zegt: “Kijk, Jantje, die daar in de hoek is een jaguar.”
Jantje antwoordt verbaasd: “Hoe kan dat? Er zitten niet eens wielen aan!”
Jantje bezoekt met zijn vader de dierentuin.
Ze blijven staan voor de kooi met roofdieren en zijn vader zegt: “Kijk, Jantje, die daar in de hoek is een jaguar.”
Jantje antwoordt verbaasd: “Hoe kan dat? Er zitten niet eens wielen aan!”
Een man komt met zijn hond bij de dierenarts. “Volgens mij is mijn hond dood.” zegt hij, “Maar ik zou het wel graag zeker weten.”
“Leg hem maar even op de behandeltafel.” zegt de dierenarts.
Zodra de hond er ligt doet de dierenarts een luikje open waar een kat uit komt. De kat springt op de behandeltafel, rent over de hond en verdwijnt weer achter het luikje. De hond reageert niet.
De dierenarts zegt: “Inderdaad, uw hond is dood.”
De man antwoordt: “Dank u, dierenarts, het is helaas niet anders, wat kost dit consult?”
“709 euro.” zegt de dierenarts.
“Hè?”, zegt de man, “Waarom is dat zo duur?”
De dierenarts antwoordt: “9 euro bureaukosten en 700 euro voor de cat-scan.”
De juf zegt : “De leeuw is de koning van de dieren. Hij vreest maar één enkel ander dier. Wie weet welk dier dat is?”
Een jongetje steekt zijn vinger op en zegt : “De leeuwin, juffrouw.”
Hoe steek je een olifant in een doos?
Je laat de oli er uit lopen en vouwt de fant op.
Een man gaat naar een dierenwinkel om een papegaai te kopen. De eigenaar van de winkel wijst drie papegaaien aan die er hetzelfde uitzien en zegt: “De papegaai aan de linkerkant kost 1000 euro.”
“Waarom kost die papegaai zoveel?” vraagt de man.
De winkelbediende antwoordt: “Wel, deze papegaai weet hoe je een Windows computer moet bedienen, en kan met een smartphone overweg.”
De man staat versteld en vraagt naar de middelste papegaai. Het antwoord luidt dat die 2000 euro kost omdat deze alles kan wat de andere ook kan, plus dat hij ook weet hoe je een Apple computer moet gebruiken en zelfs enkele eenvoudige programma’s kan schrijven in C#.
Steeds meer onder de indruk vraagt de man naar de derde papegaai. Deze blijkt 4000 euro te moeten kosten.
De man vraagt: “Wat kan deze dan allemaal?”
Waarop de winkelbediende antwoordt: “Wel, om eerlijk te zijn heb ik hem nog nooit iets zien doen, maar de andere twee zeggen ‘baas’ tegen hem!”
Een papegaai zit de hele dag te schelden en vieze woorden naar z’n baasje te roepen. “He lelijkaard! Jij daar, met je apenkop!”
Na de zoveelste waarschuwing stopt zijn baasje hem voor straf in de diepvries.
Na enkele minuten haalt z’n baasje de papegaai weer uit de vriezer. De papegaai zegt met een klein stemmetje: “Ik zal nooit meer schelden baasje, maar vertel eens, wat heeft die kalkoen je in godsnaam misdaan?”
Er zitten twee apen in bad.
Zegt de ene aap tegen de andere aap: “Oe oe oe ie ie ie ah ah ah!”
Zegt de andere aap: “Is het water te heet? Zal ik er wat koud water bij doen?”
“Ik ben mijn hond kwijt.”
“Oei, wat ga je nu doen? Ga je een advertentie in de krant zetten?”
“Waarom zou ik dat doen? Mijn hond kan toch niet lezen!”
De beer en het konijn hebben altijd ruzie. Het konijn steelt altijd de wortelen van de beer en de beer probeert het konijn dan te pakken.
Op een dag, wanneer het konijn weer achtervolgd wordt door de beer, staat er ineens een kikker op het pad. De kikker zegt: “Hallo daar! Ik ben geen echte kikker maar een tovenaar. Jullie mogen allebei 3 wensen doen.”
De beer zegt zijn eerste wens: “Ik wens dat alle beren in dit bos vrouwtjes worden, behalve ikzelf.”
De kikker zegt: “Uw wens is uitgekomen. Alle andere beren in dit bos zijn nu vrouwtjes.”
Dan mag het konijn zijn wens doen. Hij wenst: “Ik wens een hele mooie motorhelm met motorlaarzen.”
De beer ligt schiet in de lach. Daarna wenst hij zijn tweede wens: “Ik wens dat alle beren in dit land vrouwtjes worden, behalve ikzelf.”
Het konijn mag weer wensen: “Ik wens een hele snelle motor.”
Nu moet de beer nog harder lachen. Wat een dom konijn is dat! Hij pakt zijn kansen niet eens. De beer is weer aan de beurt: “Ik wens dat alle beren in de wereld vrouwtjes worden, behalve ikzelf.”
Dan volgt het konijn. Hij stapt op zijn motor en zegt: “Ik wens…..dat die beer hier homo wordt.”
Op een boerderij is het paard ziek. De veearts zegt tegen de boer: “Ik heb geprobeerd hem te genezen, maar als hij binnen drie dagen niet weer op zijn benen staat, zal je hem moeten laten inslapen vrees ik.”
Zijn goede vriend het varken komt te hulp en zegt tegen het paard: “Kom op man, sta op!” Maar het paard is veel te moe.
De tweede dag zegt het varken: “Sta nou toch op man, want anders gaan ze je laten inslapen!” Maar het lukt het paard gewoon niet.
Het varken wil nu echt alles op alles zetten om z’n vriend te redden en zegt: “Kom op, als je nu op staat dan kunnen we samen nog jaren verder op de boerderij.” Dus het paard raapt al zijn krachten samen en staat op.
Daar komt de boer aanlopen. Hij is uitermate tevreden en zegt: “Dit moeten we vieren… slacht het varken!!“
Twee mannen wandelen op het platteland en zien een waterput. Ze stappen er naartoe en vragen zich af hoe diep die put eigenlijk is. De ene pakt een steentje en gooit het in de put. Ze horen het niet de bodem raken.
“Vreemd”, zegt de een. “Zou die put zó diep zijn?” Ze gaan een grotere steen zoeken en gooien die ook in de put. Ze buigen voorover om te horen wanneer de steen de bodem raakt. Wéér geen geluid.
Ze zoeken ze een hele grote zware steen, een grote rots, liggen en pakken die met z’n tweeën op. Ze strompelen naar de put en kieperen de rots over de rand. Ze luisteren vol spanning en horen ineens hoefgetrappel achter zich. Ze draaien zich om en zien een geit aan komen rennen. De geit duikt de put in. Stomverbaasd kijken ze elkaar aan.
Even later komt er een herder aanlopen. “Hebben jullie mijn geit gezien?”
“Wel”, zegt de een, “er dook hier net wel een geit met een rotvaart deze put in.”
“Vreemd”, zegt de herder, “dat kan mijn geit niet zijn, want die zat aan een rots vast.”
Twee kikkers zitten in de achtbaan.
De ene kikker vraagt aan de andere: ‘Voel je je wel goed?’
De andere antwoord verbaasd: ‘Ja hoor, waarom vraag je dat?’
‘Wel, je ziet een beetje groen!’ zegt de eerste kikker.
Er komt een hond bij de benzinepomp. De hond zegt tegen de pomp: ‘Ben jij een robot?’
De pomp zegt niks terug.
De hond zegt nog een keer: ‘Ben jij een robot?’
De pomp zegt weer niks terug.
Dan zegt de hond boos: ‘Haal die vinger eens uit je oor, dan hoor je tenminste wat ik zeg!’
Een man komt in het oerwoud een leeuw tegen. Hij schrikt en rent weg. De leeuw rent achter de man aan en de man gaat nog harder rennen. De leeuw komt heel dicht bij de man en raakt hem aan. De leeuw zegt tegen de man: ‘Tikkie, jij bent ‘m!’
Jitske wandelt met haar hond Fikkie. Ze wandelen op de stoep een tijdje naast een mevrouw.
‘Kunnen jullie ergens anders gaan lopen, ik begin al jeuk te krijgen’, moppert de vrouw.
‘Kom Fikkie, laten we gaan, want deze mevrouw heeft vlooien’, zegt Jitske.
Een giraf loopt een snackbar binnen en bestelt chocolade-ijs.
Een vrouw die het gezien heeft, zegt verbaasd tegen de verkoper: ‘Dat is vreemd, een giraf die chocolade-ijs bestelt.’
‘Ja, heel vreemd’, antwoordt de verkoper. ‘Normaal neemt hij vanille-ijs.’
Twee leeuwen lopen door de stad.
Zegt de ene leeuw tegen de andere: ‘Waar zijn al die mensen gebleven?’
De kleine Niklas logeert twee dagen op een boerderij. Vol verbazing kijkt hij naar een enorm varken.
‘Die is dik, hé’, lacht de boer.
‘Dat verbaast me niets’, zegt Niklas, ‘Vanmorgen waren tien biggetjes haar aan het opblazen!’
Twee koeien staan in de wei.
De ene koe valt in de sloot en zegt: ‘Irma, kun je mij even uit het water halen?’
De andere koe zegt: ‘Nee, ik mag geen oude koeien uit de sloot halen!’