Lucas gaat op bezoek bij zijn oma. Het was alweer even geleden.
Oma zegt: ‘Wow, Lucas, wat ben jij gegroeid!’
Lucas antwoordt: “Nee hoor oma. U bent gewoon flink gekrompen!”
Lucas gaat op bezoek bij zijn oma. Het was alweer even geleden.
Oma zegt: ‘Wow, Lucas, wat ben jij gegroeid!’
Lucas antwoordt: “Nee hoor oma. U bent gewoon flink gekrompen!”
Corneel heeft de hoofdprijs gewonnen met de tombola van de kaartclub. Hij krijgt een rondvlucht in een F-16 van de luchtmacht. Op de afgesproken dag is hij paraat. De piloot geeft hem een pak met helm en zegt: “Trek dat aan. Hier zie je de intercom, als je daar op duwt, kan je met mij spreken.
Ze vertrekken. Zodra ze op volle snelheid zijn, maakt de piloot een plotse bocht naar rechts. Corneel zegt door de intercom: “Dat had ik gedacht.”
De piloot negeert het en vliegt verder. Hij maakt een scherpe bocht naar links en weer zegt Corneel: “Dat had ik gedacht.”
Het irriteert de piloot een beetje, en hij besluit een driedubbele looping te maken. Na de looping zegt Corneel: “Dat had ik niet gedacht.”
Wanneer ze weer op de grond vraagt de piloot aan Corneel wat hij precies bedoelde.
“Wel,” zegt Corneel, “dat ik zeer snel in mijn broek ging doen, dat had ik gedacht. Dat het twee keer zou gebeuren, dat had ik ook gedacht. Maar dat het ook nog eens in mijn oren zou lopen, dat had ik niet gedacht. “
Twee mannen zijn hun nieuwe winkel aan het inrichten. Ze nemen een koffiepauze.
De winkel is ingericht, maar de rekken zijn nog niet gevuld. Dat is voor straks.
Zegt de ene tegen de andere: “Wedden dat er zo meteen één of andere oma haar gezicht tegen de etalage zal houden en zal vragen wat wij verkopen?”
Zijn woorden zijn nog niet koud, of een oude vrouw loopt naar de etalage, kijkt naar binnen en vraagt vriendelijk: “Wat verkoopt u hier, heren?”
Sarcastisch antwoordt één van de mannen: “Wij verkopen hier klootzakken, mevrouwtje.”
Het oudje lacht even en zegt met zachte stem: “De zaken gaan erg goed, zie ik. Jullie hebben er nog maar twee van over.”
Een bejaard koppel stopt aan een benzinestation. De vrouw is hardhorig maar weet graag wat er gebeurt.
De pompbediende vraagt: “Hoe kan ik u helpen?”
De man antwoordt: “Voldoen, alsjeblieft.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man antwoordt: “Hij vroeg wat hij moest doen en ik zei voldoen.”
De pompbediende slaat een babbeltje: “En, waar gaat de rit naartoe?”
De man zegt: “Naar Brussel, we gaan onze kleinkinderen bezoeken.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man antwoordt: “Hij vraagt waar we naar toe gaan. Ik heb hem gezegd dat we onze kleinkinderen gaan bezoeken.”
De pompbediende vraagt: “Waar komen jullie vandaan?”
De man zegt: “We komen uit Scherpenheuvel.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man antwoordt: “Hij vraagt vanwaar we komen en ik zei van Scherpenheuvel.”
De pompbediende zegt: “Ik ging vroeger uit met een meisje van Scherpenheuvel. Ze kon verschrikkelijk zagen en ze was bovendien ongelooflijk slecht in bed.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man zegt: “Hij zegt dat hij u kent.”
Drie oude mannen zitten in het rusthuis samen aan tafel te klagen hoe slecht het wel met hun gezondheid gesteld is.
De eerste is een 70-jarige. Hij zegt : “Man man man, ik zou mijn rechterarm geven als ik nog eens goed zou kunnen pissen.”
De tweede is een 80-jarige. Hij zegt : “Wel, ik kan goed pissen maar ik zou er veel geld voor over hebben om nu en dan eens goed te kunnen kakken.”
De derde is een 90-jarige. Hij zegt : “Rond tien uur ’s morgens doe ik een lekker piske, rond elf uur doe ik een lekker kakske en tegen de middag helpt de verpleegster mij het bed uit.”
Jantje vraagt: “Mama mag ik op scherm?”
Moeder antwoordt: “Nee.”
Oma komt tussen: “Laat dat kind toch buiten spelen.”
Moeder zegt: “Nee. Hij moet eerst leren om naar zijn moeder te luisteren.”
Jantje reageert: “Mama waarom luister jij eigenlijk niet naar jouw moeder?”
In Antwerpen zit een wat oudere man in de stadsbus. Hij klaagt tegen een medepassagier: “Mensen hebben zo weinig respect voor elkaar vandaag de dag.”
De medereiziger antwoordt: “Misschien heeft u gelijk. Maar ik zag wel dat er een meisje netjes voor u opstond toen u binnenkwam, zodat u kon gaan zitten.”
De man zegt: “Ja, dat wel. Maar mijn vrouw moet nog steeds staan.”
Een oud vrouwtje wordt aangehouden wegens te hard rijden.
Agent: “U reed te hard mevrouw”
Oud vrouwtje : “Oh….”
Agent: “Mag ik aub uw rijbewijs zien?”
Oud vrouwtje : “Ik had hem graag laten zien als ik er een had.”
Agent: “U heeft geen rijbewijs?”
Oud vrouwtje: “Nee hij is ingetrokken 4 jaar geleden wegens dronken rijden.”
Agent: “Ok… Mag ik u kentekenbewijs zien?”
Oud vrouwtje: “Dat gaat niet.”
Agent: “Waarom niet?
Oud vrouwtje: “Ik heb deze auto gestolen.”
Agent: “Gestolen?”
Oud vrouwtje: “Ja en ik heb de eigenaar vermoord en in stukjes gehakt.”
Agent: “U heeft wat????”
Oud vrouwtje: “De eigenaar in stukjes gehakt en in boodschappentasjes gestopt, hij ligt in de kofferbak als u hem wilt zien.”
De jonge agent kijkt de vrouw aan en loopt voorzichtig naar zijn auto en roept om versterking.
Binnen vijf minuten staan er 6 politieauto’s en omsingelen de oude vrouw in haar auto.
Een hoofdagent loopt voorzichtig naar de oude vrouw met getrokken pistool.
Hoofdagent:” Mevrouw kunt u even uitstappen, alstublieft.”
Het vrouwtje stapt uit.
Oud vrouwtje: “Is er een probleem agent? “
Hoofdagent: “Een van mijn agenten heeft mij verteld dat u deze auto gestolen heeft en de eigenaar vermoord hebt.”
Oud vrouwtje: “De eigenaar vermoord? “
Hoofdagent: “Jawel. Kunt u de kofferbak openen?”
Het vrouwtje opent de kofferbak en laat hem zien aan de hoofdagent. De kofferbak is helemaal leeg.
Hoofdagent: “Is dit uw auto mevrouw?”
Oud vrouwtje :”Jawel kijk maar hier is mijn kentekenbewijs.”
De agent kijkt haar verbaasd aan.
Hoofdagent:” De agent zei ook dat u geen rijbewijs had”.
Het oude vrouwtje graaft en graait in haar handtas en haalt er een geldig rijbewijs en kentekenbewijs uit en geeft beide aan de hoofdagent. Deze controleert de papieren en kijkt haar verbaasd aan.
Hoofdagent: “Dankuwel, mevrouw. Een van mijn agenten heeft mij hierheen geroepen en verteld dat u geen rijbewijs had geen kentekenbewijs en dat u de eigenaar vermoord heeft en in de kofferbak gestopt heeft.”
Oud vrouwtje :”Ik wed dat die fantast ook nog gezegd heeft dat ik te hard gereden heb?”
Een man vreesde dat zijn vrouw niet zo goed meer hoorde en dacht dat ze een hoorapparaat nodig zou hebben. Niet goed wetende hoe haar dat tactvol te verklaren belde hij naar de huisarts om hem het probleem voor te leggen.
De dokter zei hem dat er een vrij eenvoudige discrete test bestond om zich een idee te vormen van de ernst van haar gehoorverlies.
“Dit is wat je moet doen” zei de dokter. “Ga op 12 meter van je vrouw staan en spreek op een normale manier met haar en zie of ze je verstaat. Als dit niet lukt schuif dan telkens wat dichterbij en herhaal de vraag tot je een antwoord krijgt. “
Die avond staat zijn vrouw in de keuken en maakt het eten klaar. Hij staat in de eetkamer zo’n 12 meter van haar verwijderd.
Op een normale toon vraagt hij: “Schat wat eten we?”
Er komt geen antwoord.
Hij schuift 3 meter op richting keuken en herhaalt zijn vraag: “Schat wat eten we?”
Er komt weer geen antwoord.
Daarna schuifelt hij de keuken binnen. Nu staat hij maar op 4 meter van zijn vrouw en vraagt: “Schat wat eten we?”
Ook deze keer komt er geen antwoord.
Nu gaat hij vlak achter haar staan en zegt: ‘Schat wat eten we?”
Ze zegt: “Maurice jong. Voor de 4de keer: we eten friet met kip!”
Tineke wil een brief aan haar oma schrijven.
Haar eerste zin: “Lieve oma, ik schrijf heel langzaam omdat ik weet dat u niet snel kan lezen.”
De dokter schreef een gehoorapparaat voor, voor één van zijn oudere patiënten.
De man zag er erg tegenop om zo’n ding te dragen, maar toen hij inzag dat het nauwelijks zichtbaar was, besloot hij het toch te proberen.
Een maand later kwam hij op controle. “Hoe gaat het?” vroeg de dokter.
“Wel, ik heb de afgelopen maand dingen gehoord die ik nog nooit gehoord had.”
“Dat is prachtig!” zei de dokter. “En wat zegt uw familie daarvan?”
“O, ik heb het hen nog niet verteld. Ik amuseer mij rot en ik heb mijn testament al viermaal veranderd.”
Op het midden van een druk kruispunt blijft de oudere heer staan om aan de agent te vragen wat de kortste weg naar het ziekenhuis is.
“Gewoon blijven staan, meneer!” is het antwoord.