Pas op voor de hond

Een koppel gaat op reis. Ze hebben een huisje gehuurd. Op hun bestemming aangekomen wordt de man erop uit gestuurd om wat boodschappen te doen, zodat ze de eerste dagen kunnen doorkomen. Hij besluit naar de dorpswinkel te gaan. Daar aangekomen ziet hij dat er een waarschuwingsbordje aan de deur hangt: “Pas op voor de hond!”

Hij is direct op zijn hoede. Bij het binnenstappen ziet hij naast de toonbank een zeer oude hond liggen, die diep ligt te slapen. Hij voelt zich al wat meer op zijn gemak.

“Is dit de hond waar de mensen voor moeten oppassen?” vraagt hij aan de winkelier. “Het beest ziet er niet erg gevaarlijk uit. Waarom dan die waarschuwing?”

De winkelier antwoordt: “Omdat de klanten telkens over hem struikelden!”

 

Een nieuwe winkel

Twee mannen zijn hun nieuwe winkel aan het inrichten. Ze nemen een koffiepauze.

De winkel is ingericht, maar de rekken zijn nog niet gevuld. Dat is voor straks.

Zegt de ene tegen de andere: “Wedden dat er zo meteen één of andere oma haar gezicht tegen de etalage zal houden en zal vragen wat wij verkopen?”

Zijn woorden zijn nog niet koud, of een oude vrouw loopt naar de etalage, kijkt naar binnen en vraagt vriendelijk: “Wat verkoopt u hier, heren?”

Sarcastisch antwoordt één van de mannen: “Wij verkopen hier klootzakken, mevrouwtje.”

Het oudje lacht even en zegt met zachte stem: “De zaken gaan erg goed, zie ik. Jullie hebben er nog maar twee van over.”

 

Vrouwencatalogus

Twee vrijgezellen kijken in de catalogus van een postorderbedrijf.
Zegt Robin: “Wow, daar staan mooie vrouwen in!”
“Ja,” antwoordt Simon, “dat zijn prachtige meiden.”
Robin stelt voor: “Willen we elk zo een vrouw uit die catalogus bestellen?”
Simon is enthousiast. “Goed idee. We kiezen er elk één uit.”
Drie weken laten ontmoeten ze elkaar weer
“En,” vraagt Robin, “is die vrouw die je besteld hebt al aangekomen?”
“Neen nog niet,” antwoordt Simon, “maar het zal allicht niet lang meer duren, want haar kleding is al aangekomen.”

 

Zeg het met bloemen

Een man gaat langs bij een bloemenzaak met het motto: ‘Zeg het met bloemen!’

“Hmm”, denkt hij, “ik ga mijn vrouw eens verrassen.”

Hij gaat naar binnen, kijkt even rond en vraagt om één roos in te pakken. De bloemiste vraagt een beetje verwonderd: “Wil je maar één bloem?”.

“Ja”, antwoordt hij, “ik ben een man van weinig woorden.”

 

De vrouw die een jurk wou passen

Er komt een vrouw een kledingwinkel binnen.

Ze loopt naar de verkoopster, een blondje, toe en zegt:

“Ik wil graag die jurk in de etalage passen”, waarop de verkoopster zegt:

“Mevrouw, we hebben ook pashokjes, hoor!”

 

Dom blondje wil een tv kopen

Een dom blondje stapt een elektro zaak binnen en vraagt: “Hoeveel kost die tv?”

De man van de winkel zegt: “Sorry mevrouw wij verkopen niet aan domme blondjes.” Het domme blondje keert terug naar huis.

De volgende dag verkleedt het dom blondje zich een beetje, gaat naar de elektro zaak en vraagt terug aan die meneer: “Hoeveel kost die tv?”

En de man antwoordt: “Wij verkopen niet aan domme blondjes!”

Een week later vraagt ze aan een slim zwartje om haar te vermommen. Ze gaat terug naar de winkel en vraagt aan de man: “Hoeveel kost die tv?”

De man zegt weer: “Wij verkopen niet aan domme blondjes.”

Dan vraagt het dom blondje aan de man: “Hoe weet jij altijd dat ik een dom blondje ben?”

De man antwoordt: “Dat is geen tv, dat is een microgolfoven!”

 

Het verschil tussen volle en halfvolle melk volgens Jantje

Jantje komt in de supermarkt.

Hij vraagt aan de medewerker: ‘Hebben jullie halfvolle melk?’

‘Nee,’ zegt de medewerker, ‘alleen nog maar volle melk.’

Jantje zegt: ‘Oh, maar dat is geen probleem. Dan giet ik de fles toch half leeg!’

 

Winkeldief

Een winkelbediende belt stiekem de politie: ‘De man die gisteren de winkel beroofde is er weer. Ik herken hem!’

De politieagent antwoordt: ‘Kalm blijven, wij komen eraan. Sluit alle uitgangen af!’

Wanneer even later de politie arriveert, is de man weg. De agent zegt: ‘Hoe kan dat nou?’

De winkelbediende antwoordt: ‘Hij is ontsnapt via de ingang.’

 

Trommel als cadeau

Jantje is volgende week jarig. Zijn vader is van plan hem een trommel cadeau te doen. Hij gaat naar de speelgoedwinkel.

‘Kijk,’ zegt de winkelier, ‘deze blauwe trommel kost vijf euro. Die gele daar kost zeven euro en die oranje, ja, dat is een speciale. Die kost vijftien euro.’

‘Wat is er dan wel zo speciaal aan?’ vraagt Jantjes vader, ‘Ik zie er niets aan.’

‘Die oranje trommel is gegarandeerd binnen een week stuk, meneer’, antwoordt de winkelier.

 

Een cavia kopen

Timon komt bij de dierenwinkel en zegt tegen de eigenaar: ‘Meneer, ik zoek een cavia.’ 

De eigenaar kijkt hem verheugd aan en zegt: ‘Komt u maar even mee. Wilt u deze bruin gevlekte of deze met zijn schattige oortjes?’ 

Timon zegt: ‘Maakt me niet uit. Mijn slang verjaart vandaag en daarom krijgt hij eens iets anders dan muizen!’