Droom van een banaan

Twee banaantjes zitten op een bankje.

De ene zegt tegen de andere: ‘Wat wil jij later worden?’

De andere antwoordt: ‘Rechter!’

 

Haai en hooi

Er ligt een baal hooi op het strand te zonnen.

Een haai zwemt langs en de baal hooi zegt: ‘Hooi haai!’

De haai antwoordt: ‘Haai hooi!’

 

Gesprek tussen magneten

Twee magneten zitten in de kamer.

De ene zegt tegen de andere: ‘Wat zou ik vandaag aantrekken?’

 

Koe en duif

Een duif vliegt langs een koe en zegt: ‘Roekoe!’

De koe roept: ‘Roeduif!’

 

Engelse kippen

Twee Engelse kippen lopen op straat. De ene kip zegt tegen de andere: ‘Tok tok tok.’

De andere kip antwoordt: ‘Why are you tokking to me?’

 

Aardappelen in gesprek

Er zitten twee aardappelen in een café.

De ene aardappel zegt tegen de andere: ‘Waarom zie je er zo triestig uit?’

De andere aardappel antwoordt: ‘Mijn moeder zit in de puree.’

 

Honing

Jonas zei tegen Niklas: “Die honing heeft een rare bijsmaak.”

 

Droevig patatje

Twee patatjes lopen over straat.
Vraagt het ene patatje aan het andere: “Waarom kijk jij toch zo triestig?”
Antwoordt het andere patatje bedroefd: “Mijn mama zit in de puree.”

 

Blije schapen

  • Waarom zijn schapen zó blij dat ze kunnen lopen?
  • Omdat ze vroeger lam waren.