De oudere zus van Jantje is zwanger.
Ze zegt tegen hem: ‘Jij wordt binnenkort nonkel, Jantje’.
Jantje zegt: ‘Dat wil ik niet, ik wil brandweerman worden!’
De oudere zus van Jantje is zwanger.
Ze zegt tegen hem: ‘Jij wordt binnenkort nonkel, Jantje’.
Jantje zegt: ‘Dat wil ik niet, ik wil brandweerman worden!’
Er zitten twee aardappelen in een café.
De ene aardappel zegt tegen de andere: ‘Waarom zie je er zo triestig uit?’
De andere aardappel antwoordt: ‘Mijn moeder zit in de puree.’
Een olifant stapt in de bus.
De conducteur ziet dit en zegt verrast: ‘Het is de eerste keer dat ik een olifant in de bus heb.’
De olifant antwoordt: ‘Ja, en waarschijnlijk ook meteen de laatste keer. Morgen is mijn fiets gerepareerd.’
Een man komt bij de dokter. Hij zegt: ‘Dokter, ik kan niet goed meer praten.’
De dokter zegt: ‘Leg je hand eens op tafel. Ja, hier.” Vervolgens neemt hij een hamer en slaat op de hand.
De man roept heel hard: ‘Aaaaaaaa!’
De dokter antwoordt: ‘Goed zo! De volgende keer leren we de B!’
Er zitten twee skeletten in een café.
Het ene skelet bestelt een cola.
Het tweede voegt er aan toe: ‘En doe er ook maar een dweiltje bij!’
Bob en Ilse zijn op bezoek bij Tim en Clara.
“Thuis eet ik bijna niets”, zegt Bob, “maar bij vrienden eet ik als een paard.”
“Wel”, zegt Tim, “Bij ons kan je doen alsof je thuis ben.”
Een cowboy is van plan om een verzekering af te sluiten.
De verzekeringsagent vraagt of hij ooit al een ongeluk heeft gehad.
“Neen”, zegt de cowboy. “Ik ben wel ooit eens een keer door een slang gebeten. Toen lag ik een week in het ziekenhuis. En ik ben ook eens door een paard getrapt. Die keer lag ik 2 weken in het ziekenhuis met 3 gebroken ribben.”
“Dan heb je dus wel al ongelukken gehad.” zegt de agent.
“Neen, toch niet.” antwoordt de cowboy, “Ze deden dat met opzet.”
Het is erg rumoerig in de rechtzaal. De rechter is het zat. “Stilte in de zaal!” roept hij uit, “De eerste die nu nog een woord zegt, vliegt eruit!”
“Begrepen!” roept de beklaagde.
Jantje vraagt aan de juf: “Juffrouw, kan iemand gestraft worden voor iets wat hij niet gedaan heeft?”
De juf antwoordt: “Natuurlijk niet, Jantje. Dat zou niet eerlijk zijn.”
“Oef!” zegt Jantje, “Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.”
Twee mannen komen elkaar tegen in de bar van het hotel en geraken aan de praat. De ene heeft een straf verhaal. Hij zegt:”Ik ben geboren op 5 mei 1955. Mijn ouders woonden op de 5de verdieping van een gebouw, en het huisnummer was 5. Ik ben met mijn huidige vrouw getrouwd op 5 mei 2005, en ik ben vader van 5 kinderen. 5 is dus duidelijk mijn getal. Daarom heb ik in de paardenrace van vorige week zondag 5 euro ingezet op paard nummer 5, zonder dat ik iets van paardenrennen ken.”
‘Wow”, zegt de ander, “en heeft jouw paard gewonnen?”
De eerste man antwoordt: “Neen. Het werd vijfde.”
De achttienjarige Kobe zegt tegen zijn vader: “He pa, zal ik je vertellen hoe mijn eerste autoritje verlopen is? Of lees je het liever morgen in de krant?”
Alexander en Casper zitten tegen elkaar op te scheppen.
Papa en mama gaan met de kinderen eten in een Chinees restaurant. Zoals gewoonlijk zijn de porties veel te groot. Geen van de kinderen slaagt er in om zijn bord ook maar voor de helft leeg te eten.
Mama roept de ober en vraagt om een doggy bag, zodat ze de overschot kunnen meenemen voor de hond.
Pietertje, het jongste zoontje, springt blij op en roept uit: “Joepie, mama, krijgen we dan toch een hond?”
Twee jongetjes zijn aan het praten.
Een man stapt een dierenspeciaalzaak binnen.
Welk insect vliegt sneller dan het geluid?
Een vlieg in een straaljager.
Hoeveel soorten dieren nam Mozes mee in zijn ark?
Geen. Mozes had geen ark.
Jonas zei tegen Niklas: “Die honing heeft een rare bijsmaak.”
Op het midden van een druk kruispunt blijft de oudere heer staan om aan de agent te vragen wat de kortste weg naar het ziekenhuis is.
“Gewoon blijven staan, meneer!” is het antwoord.