Pietje heeft een schildpad gekregen voor zijn verjaardag.
Zijn zusje bekijkt de schildpad en zegt: ‘Haal het deksel er eens af, dan kan ik hem aaien!’
Pietje heeft een schildpad gekregen voor zijn verjaardag.
Zijn zusje bekijkt de schildpad en zegt: ‘Haal het deksel er eens af, dan kan ik hem aaien!’
De leraar vraagt aan Jantje: ‘Kun jij een uitgestorven dier noemen?’
Jantje antwoordt: ‘De kanarie, meneer.’
De meester zegt: ‘De kanarie is toch helemaal niet uitgestorven!’
Jantje zegt: ‘Jawel hoor, de kat van de buren heeft hem gisteren opgegeten.’
Een duif vliegt langs een koe en zegt: ‘Roekoe!’
De koe roept: ‘Roeduif!’
Een vis gaat naar de dokter.
De dokter kijkt even op en zegt: ‘Aha, ik zie het al. Uit de kom!’
Sofie heeft een konijntje gekregen voor haar verjaardag. Ze noemt haar Josefien.
De juf zegt: ‘Wat een leuke naam. En waar slaapt Josefien?’
Sofie antwoordt: ‘Bij mijn vader en moeder.’
De juf schrikt en vraag: ‘Stinkt dat dan niet?’
Sofie antwoordt: ‘Jawel, maar daar zal Josefien wel aan wennen.’
Twee mussen zitten op een tak. Er komt een straaljager voorbij.
Zegt de een tegen de ander: ‘Zo, die maakt veel lawaai!’
Zegt de andere: ‘Wat zou jij doen dan als je staart in brand stond?’
Twee slakken staan bij een zebrapad.
Zegt de ene slak tegen de andere: ‘Zullen we oversteken?’
Antwoordt de andere slak: ‘Ben je gek! Binnen een uur passeert er een bus!’
Twee schapen zitten in de wei.
Het ene schaap zegt: ‘BÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ!’
Het andere schaap antwoordt: ‘Nou, dat wou ik ook net zeggen.’
Twee Engelse kippen lopen op straat. De ene kip zegt tegen de andere: ‘Tok tok tok.’
De andere kip antwoordt: ‘Why are you tokking to me?’
Een aap komt een bar binnen en bestelt een cola.
De barman denkt: ‘Die aap heeft helemaal geen verstand van geld. Ik vraag eens een lekker hoge prijs.’
Hij rekent de aap 10 euro aan voor de cola. De aap betaalt.
De barman is toch nieuwsgierig en besluit een praatje te maken met de aap.
‘Er komen hier eigenlijk niet zoveel apen’, zegt hij.
‘Ja, natuurlijk’, zegt de aap. ‘Ik kom hier ook niet meer terug. Een cola is hier belachelijk duur.’
Timon komt bij de dierenwinkel en zegt tegen de eigenaar: ‘Meneer, ik zoek een cavia.’
De eigenaar kijkt hem verheugd aan en zegt: ‘Komt u maar even mee. Wilt u deze bruin gevlekte of deze met zijn schattige oortjes?’
Timon zegt: ‘Maakt me niet uit. Mijn slang verjaart vandaag en daarom krijgt hij eens iets anders dan muizen!’
Een olifant stapt in de bus.
De conducteur ziet dit en zegt verrast: ‘Het is de eerste keer dat ik een olifant in de bus heb.’
De olifant antwoordt: ‘Ja, en waarschijnlijk ook meteen de laatste keer. Morgen is mijn fiets gerepareerd.’
Een man stapt een dierenspeciaalzaak binnen.
Gisteren was het de jaarlijkse schooluitstap. Dit jaar zijn ze naar de dierentuin geweest. En zoals dat dan gaat, moeten de kinderen er vandaag een opstel over schrijven.
Fons schreef: “De zebra’s zin echt de meest luie dieren die er bestaan. Ze liepen om 3 uur in de namiddag nog rond in pyjama.”
Saskia en haar dochtertje Pia wandelen in de dierentuin. Ze komen bij de apen terecht.
Plots roept Pia uit: “Kijk, mama! Die aap lijkt op nonkel Tom!”
“Sssst, Pia!” zegt mama, “Zoiets mag je niet zeggen.”
“Maar mama, ” zegt Pia verbaasd, “die aap verstaat ons toch niet?”
Casper gaat voor het eerst met zijn mama naar de zoo. Ze wandelen naar de zone waar de reptielen zitten. Casper ziet voor het eerst in zijn leven een slang en roept verheugd uit: “Kijk, mama, kijk! Daar kwispelt een staart zonder hondje!”
Twee vlooien willen terugkeren naar huis na een avondje stappen. Ze zien dat het regent. De ene vlo zegt tegen de andere: “Wat doen we ermee? gaan we te voet, of nemen we de hond?”
Piet gaat koken. Hij plukt een kip en stopt ze in de pan. Piet is echter verstrooid en vergeet het vuur aan te steken.
Na een kwartiertje klimt de kip uit de pan en komt voor Piet staan. Ze zegt: “Ofwel geef je me mijn veren terug, ofwel steek je het vuur aan! Ik bevries van de kou.”
Een spin, een kever en een duizendpoot hebben met elkaar afgesproken in het restaurant. De spin en de kever zijn mooi op tijd. Ze bestellen alvast een drankje in afwachting van de duizendpoot. Na een halfuur is hij er nog niet, en ze besluiten een tweede aperitiefje te nemen. Pas als dit al lang op is, arriveert de duizendpoot bij hun tafeltje.
“Waar bleef je zo lang?” vraagt de kever fronsend.
“Er stond een bordje ‘voeten vegen’ bij de deur.” is het antwoord van de duizendpoot.