Jantje leest graag in bed

Jantje vraagt: “Mama, mag ik nog wat lezen tot ik in slaap val?”

Mama antwoordt: “Ok, Jantje, maar geen minuut langer!”

 

Jantje en de meetlat

Jantje neemt vanavond een meetlat mee naar bed.

Zijn moeder vraagt: “Jantje, waarom neem je die meetlat mee naar bed?”

Jantje antwoordt: “Ik wil weten hoe lang ik slaap, mama.”

 

Jantje zijn boterhammendoos

Tineke en Jantje zitten naast elkaar in de eetzaal. Jantje neemt zijn boterhammendoos en wil ze opendoen. Tineke is slechtgezind. Ze rukt de boterhammendoos uit zijn handen en gooit ze op de grond.

Jantje kan er niet mee lachen. Hij gaat naar de meester en zegt: “Meneer, Tineke heeft mijn boterhammendoos op de grond gegooid.”

De meester zucht verveeld en vraagt: “En was dat met opzet?”

Jantje antwoordt: “Nee, met choco, meester.”

 

Jantje in de dierentuin

Jantje bezoekt met zijn vader de dierentuin.

Ze blijven staan voor de kooi met roofdieren en zijn vader zegt: “Kijk, Jantje, die daar in de hoek is een jaguar.”

Jantje antwoordt verbaasd: “Hoe kan dat? Er zitten niet eens wielen aan!”

 

Verschil tussen gratis en voor niks

Jantje vraagt aan de meester: “Meester Peter, wat is het verschil tussen GRATIS en VOOR NIKS?”

De erg gemene meester Peter antwoordt: “Wel, Jantje, dat is heel simpel. alle kinderen mogen gratis naar school, maar in jouw geval is dat voor niks.”

 

Jantje heeft een slecht kerstrapport

Jantje komt thuis met een slecht kerstrapport.

“Voor zo’n rapport lijkt een flink pak slaag wel op zijn plaats!” zegt vader boos. Want zo gaat dat met vaders: ze lossen alles op met geweld.

Jantje antwoordt: “Dat lijkt me een goed idee, pa. Kom, doe je jas aan. Ik weet toevallig waar de meester woont.”

 

Jantje komt niet thuis na school

De vader van Jantje zit thuis te wachten tot Jantje thuis komt na school. Maar Jantje komt niet opdagen.

Uiteindelijk besluit zijn vader zelf maar eens te gaan kijken waar Jantje blijft. Bij de school treft hij zijn zoon aan.

“Jantje,” vraagt hij, “waarom kom je niet naar huis?”

Jantje antwoordt: “Wel, papa, we hebben in de les aardrijkskunde geleerd dat de aarde draait. Ik zit hier te wachten tot ons huis voorbij komt.”

 

2 euro per vlek

De moeder van Jantje zet een bord soep voor hem op tafel.

Ze zegt: “Ik heb het tafelkleed net gewassen, dus maak het niet vies! Anders krijg je volgende zondag per vlek twee euro minder zakgeld.”

Vervolgens verdwijnt ze even om haar neus te poederen.

Wanneer ze terugkomt, ziet ze Jantje met zijn lepel soep uitsmeren over het laken. Geschrokken roept ze uit: “Maar Jantje toch! Wat ben je aan het doen?!”

Jantje antwoordt: “Ik maak van drie vlekken één vlek, dat scheelt 4 euro.”

 

Tot stof zult gij vergaan

Mieke vraagt aan haar mama: “Mama, is het waar dat alle doden tot stof vergaan?”

“Ja Mieke, waarom?”, vraagt mama.

“Ik denk dat er iemand onder mijn bed gestorven is.” zegt Mieke.

 

De mama van Jantje heeft net gepoetst

Jantje komt binnen, even nadat mama gepoetst heeft. Lap, de hele vloer vuil.

Zijn moeder zegt: “Jantje, hoeveel keer moet ik je zeggen dat je niet met vuile voeten binnen mag komen?”

Jantje zegt: “Maar mijn voeten zijn schoon. Het zijn mijn schoenen die vuil zijn.”

 

Opscheppen op de speelplaats

Op de speelplaats zijn kinderen aan het opscheppen.
Karen: “Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed.”
Kristel: “Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer.”
Kathleen: “En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa.”

 

Bejaard koppel gaat tanken

Een bejaard koppel stopt aan een benzinestation. De vrouw is hardhorig maar weet graag wat er gebeurt.
De pompbediende vraagt: “Hoe kan ik u helpen?”
De man antwoordt: “Voldoen, alsjeblieft.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man antwoordt: “Hij vroeg wat hij moest doen en ik zei voldoen.”
De pompbediende slaat een babbeltje: “En, waar gaat de rit naartoe?”
De man zegt: “Naar Brussel, we gaan onze kleinkinderen bezoeken.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man antwoordt: “Hij vraagt waar we naar toe gaan. Ik heb hem gezegd dat we onze kleinkinderen gaan bezoeken.”
De pompbediende vraagt: “Waar komen jullie vandaan?”
De man zegt: “We komen uit Scherpenheuvel.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man antwoordt: “Hij vraagt vanwaar we komen en ik zei van Scherpenheuvel.”
De pompbediende zegt: “Ik ging vroeger uit met een meisje van Scherpenheuvel. Ze kon verschrikkelijk zagen en ze was bovendien ongelooflijk slecht in bed.”
De vrouw vraagt aan haar man: “Wat zegt hij?”
De man zegt: “Hij zegt dat hij u kent.”

 

Stefan kan toveren

Stefan zegt: “Ik kan toveren”.

“Hoe dat zo?” vraagt Thierry?

“Wel, ” zegt Stefan, “als ik ’s avonds om 10 uur vertrek om met de hond te wandelen, kom ik om middernacht met een kater thuis.”

 

Dronken man zoekt zijn auto

Een stomdronken man verlaat de bar. Op de parking aangekomen stopt hij bij de eerste wagen. Hij betast het dak en zegt “Nope”.

Hij waggelt naar de volgende wagen, voelt op het dak en zegt “Nope, ook niet.”

De parkeerwachter komt naderbij en vraagt aan de man: “Waarom betast je het dak van die wagens, denkt je zo je wagen te herkennen?”

Waarop de man antwoord: “Ja. Op de mijne staat een blauw zwaailicht.”

 

Het regende te hard

Bert en Vincent hadden een bijverdienste: kranten rondbrengen. Op een dag regende het heel hard. Bert zei tegen Vincent: “Ik ga vandaag geen kranten rond brengen hoor, anders ben ik morgen doodziek!”

Vincent dacht er hetzelfde over. “We spreken binnen een uurtje af in ons stamcafé.” zei Bert, en ze vertrokken.

Bert was op tijd in het café. Een uur later kwam Vincent uiteindelijk binnenwaaien. Hij was kletsnat. Bert vroeg: “Waar heb jij gezeten, man?”

Waarop Vincent antwoordde: “Ik ben bij al onze klanten langsgegaan om te zeggen dat we vandaag geen kranten rondbrengen.”

 

Raadsel: zoon van mijn vader

Een man gaat naar de supermarkt. Bij de kassa aangekomen vraagt hij aan de man achter de kassa: “Ik zou nog wel eens willen lachen. Ken je een goeie mop?”

“Ja ik ken nog een raadsel.” zegt de kassier. “Het is niet m’n broer, maar het is wel de zoon van mijn vader. Wie is het?”

De man denkt na en zegt uiteindelijk: “Ik weet het niet. Wie is het?”

“Dat ben ik zelf, natuurlijk.” zegt de man achter de kassa.

“Haja, natuurlijk! Da’s een goeie!” lacht de man. Hij rekent af en vertrekt.

Enkele dagen later spreekt hij af met vrienden. “Ik ken een mop.” zegt hij. “Eigenlijk is het eerder een raadsel. Het is niet m’n broer maar het is wel de zoon van mijn vader. Wie is het?”

Zijn vrienden denken na, maar die weten het ook niet.

De man roept uit: “Die kerel van de supermarkt, natuurlijk!”

 

Psychiatrische opname nodig?

Een journalist heeft een interview met de directeur van een psychiatrische inrichting.

Journalist: “En hoe bepaalt u nu of iemand opgenomen moet worden?”

Directeur: ” We sturen de persoon naar de badkamer, waar een vol bad staat.”

Journalist: “Oh? En dan?”

Directeur: “Dan geven we de persoon een theelepeltje, een pollepel en een emmer. Vervolgens vragen we de persoon zo snel mogelijk het bad leeg te maken.”

Journalist: “Aha, ik begrijp het. Een normaal persoon gebruikt natuurlijk de emmer, want daar kan het meeste water in.”

Directeur: “Wel euh… nee, een normaal persoon trekt de stop er uit….”

 

Dom blondje is tegen boom gereden

Een blondje is met haar auto tegen een boom gereden.

De agent die ter plaatse komt vraagt aan haar: “Vertel eens, mevrouwtje, hoe is het gebeurd?”

“Wel,” zegt het blondje, “er zat een konijntje op de weg.”

De agent zegt: “Een konijntje op de weg? Dat rijd je toch gewoon dood?”

“Ja,” zegt het blondje, “dat wilde ik ook doen. Maar toen ging het plotseling achter deze boom zitten.”

 

Hoe was je dag, schat?

Leo en Inge, een koppel dat 20 jaar getrouwd is, zit aan tafel na een lange werkdag. Leo praat over zijn dag op kantoor en over de oude kameraad die hij toevallig tegen het lijf gelopen is. Na enige tijd is hij min of meer uitgepraat. Dan zegt Inge tegen hem: “Leo, je bent nu al een uur thuis en hebt me nog niet eens gevraagd hoe mijn dag op het werk geweest is.”

“Je hebt gelijk, schat.” zegt Leo, “Hoe was jouw dag eigenlijk?”

“Och, zwijg me erover!” zegt ze.

 

Dom blondje vliegt naar New York

In een vliegtuig richting New York staat ineens een mooie blonde vrouw op en loopt van het economyclass gedeelte naar het businessklas gedeelte. Ze gaat gezellig liggen in een ruime zetel. Een stewardess ziet het gebeuren en gaat er achteraan. Ze spreekt de blondine vriendelijk aan en vraagt haar ticket. Uiteindelijk zegt ze tegen de dame: “Sorry mevrouw, maar dit is de businessklas en u heeft een ticket voor economyclass.”

De blondine zegt: “En dan? Ik ga naar New York en ik blijf hier zitten!”

De stewardess meldt dit voorval in de cockpit en de copiloot gaat even poolshoogte nemen.

Mevrouw, zegt hij, waarschijnlijk heeft u de stewardess niet begrepen maar uw ticket is niet geldig voor dit gedeelte van het toestel. U dient zich naar het economyclass te begeven.

De blondine zegt: “So what? Ik ga naar New York en ik blijf hier zitten !”

De copiloot meldt dit aan de piloot en die zegt: Wacht maar even. Ik ben getrouwd met een blonde vrouw. Ik spreek “blonds”.

De piloot gaat naar de blonde dame en fluistert haar iets in het oor. Met een gilletje springt de vrouw op en gaat snel terug naar het economiegedeelte.

De stewardess en de copiloot vragen de piloot hoe hij dat gedaan heeft.

Simpel, zegt de piloot, ik heb tegen haar gezegd dat de businessklas niet naar New York gaat.