Blondje huilt in de keuken

Een man komt thuis van zijn werk en treft zijn blonde vrouwtje wenend aan in de keuken, leunend boven het aanrecht.

“Wat scheelt eraan, liefje?” vraagt hij.

Tussen het snotteren door, antwoordt ze: “Sorry, schat, ik heb de ijsblokjes op de grond laten vallen. Ik heb ze opgeraapt en ik wilde ze afspoelen met warm water. En nu kan ik ze niet meer terugvinden.”

 

Blondje probeert de winkel te contacteren

Een blondje stapt boos een winkel binnen.
Ze zegt: “Ik probeer jullie al drie dagen te bellen op nummer 0800-1730. Waarom nemen jullie niet op? Het nummer staat groot op jullie etalage.”

De winkelier antwoordt vriendelijk: “Sorry mevrouw… dat zijn onze openingstijden.”

 

Briefje onder de ruitenwisser

Een man wil ’s ochtends vertrekken naar kantoor en ziet tot zijn grote schrik dat de hele achterkant van zijn nieuwe BMW beschadigd is. Hij haalt opgelucht adem wanneer hij onder de ruitenwisser een briefje ziet zitten.

Hij neemt het weg en leest : ‘Beste BMW-rijder. Terwijl ik dit schrijf, staan de buren naar mij te kijken. Ze denken dat ik mijn contactgegevens aan het opschrijven ben voor jou, maar dat is niet zo.’

 

Geest in een lamp

Een boekhouder, een bediende en de baas zijn op weg naar de lunch wanneer ze een antieke olielamp vinden.

De bediende raapt de lamp op en blinkt ze een beetje op door erover te wrijven. Plots komt een geest te voorschijn. De geest van de lamp zegt: ‘Normaal geef ik drie wensen, dus ik zal elk van jullie er 1 geven.’

‘Ik eerst, ik eerst’, roept de bediende. ‘Ik wil op de Bahama’s zijn en varen in mijn eigen speedboot vol met bikini- meisjes.’

*** POOF *** de bediende was weg.

‘Nu ik, nu ik’, roept de boekhouder, ‘ik wil op Hawaii zijn, genieten op het strand met mijn persoonlijke masseuse, een oneindige voorraad van coctails en de liefde van mijn leven’.

*** POOF *** de boekhouder was weg.

‘Ok, het is jouw beurt’, zegt de geest tegen de baas.

De baas antwoord; ‘ik wil die twee terug in mijn kantoor na de lunch!’

Moraal van het verhaal: Laat je baas altijd EERST aan het woord!

 

Vacature voor boekhouder

Bij een bedrijf is er een vacature voor de functie van boekhouder.

De eerste sollicitant komt langs. Er wordt aan hem gevraagd: “Als Boekhouder moet je goed kunnen tellen. Kunt u van 1 tot 10 tellen?”

“Ja hoor, antwoordt de sollicitant. 10,9,8,7,6,5,4,3,2,1,0”

“Dat is heel goed, maar kunt u ook van voor naar achteren tellen?”.

“Nee”, antwoord de sollicitant, “Dat kan ik niet omdat ik altijd archivaris ben geweest en gewend ben om van achter naar voor te tellen”.

Hij werd niet aangenomen.

De tweede sollicitant komt langs, en aan hem wordt hetzelfde gevraagd. “Ja hoor, dat kan ik wel. 2,4,6,8,10,9,7,5,3,1”.

“Maar kunt u ook gewoon van voor naar achteren tellen?”.

“Nee, zegt hij, ik ben altijd postbode geweest en kan alleen maar de huisnummers tellen waar ik de brieven altijd gebracht heb”.

Hij werd evenmin aangenomen.

Ook aan de derde sollicitant wordt gevraagd of hij van 1 tot 10 kan tellen.

“Jazeker, antwoord deze, 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10”.

“Dat is heel erg goed. Welke functie had u hiervoor?”.

De sollicitant antwoordt: “Ik ben ambtenaar geweest”.

“Dat is heel mooi, en kunt u ook verder tellen?”.

“Ja hoor, dat kan ik. Boer, vrouw, koning, aas”.

 

Te weinig respect voor de baas

De baas van een kleine onderneming vond dat hij te weinig gerespecteerd werd. op een dag bracht hij een bordje mee waarop stond: ‘Ik ben de baas!’

Hij hing het op de deur van zijn bureau. Toen hij na de middag terugkwam van de lunch, zag hij dat iemand daaraan een post-it briefje geplakt had. Er stond op: ‘Uw vrouw heeft gebeld, ze wil haar bordje terug !’

 

Zenuwachtig voor operatie

De patiënt zegt tegen de dokter: “Ik ben zo zenuwachtig voor die operatie.”

De dokter antwoordt: “En ik dan! Het is mijn eerste operatie!”

 

3 mannen in het bejaardentehuis

Drie oude mannen zitten in het rusthuis samen aan tafel te klagen hoe slecht het wel met hun gezondheid gesteld is.

De eerste is een 70-jarige. Hij zegt : “Man man man, ik zou mijn rechterarm geven als ik nog eens goed zou kunnen pissen.”

De tweede is een 80-jarige. Hij zegt : “Wel, ik kan goed pissen maar ik zou er veel geld voor over hebben om nu en dan eens goed te kunnen kakken.”

De derde is een 90-jarige. Hij zegt : “Rond tien uur ’s morgens doe ik een lekker piske, rond elf uur doe ik een lekker kakske en tegen de middag helpt de verpleegster mij het bed uit.”

 

Geheugenprobleem

Er komt een man bij de dokter. Hij zegt: “Dokter, ik heb een probleem. Ik vergeet alles meteen!”

De dokter vraagt: “Heeft u dat al lang?”

De man zegt: “Wat?”

 

Dokters geven elkaar advies

Twee dokters wisselen ervaringen uit.

De ene zegt: “Ik heb een patiënt die aan geheugenverlies lijdt. Wat zou jij me aanraden?”

“Ik zou hem vooraf laten betalen.” antwoordt de andere.

 

Een gezwollen lever

Er komt een man bij de dokter. Hij zegt: “Ik heb zo’n pijn, rechts onderin mijn borst. En er zit een hele bult.”

De man moet zich uitkleden en de dokter onderzoekt hem. De dokter roept uit: “Tjonge, wat een grote lever! Wat drink jij?”

De man antwoordt: “Maakt niet uit. Wat heb je in huis?”

 

Er zit iemand onder het bed

Een man komt voor het eerst bij de psychiater. Hij heeft grote wallen onder zijn ogen, en zegt: “Ik heb een probleem, dokter. Telkens wanneer ik naar bed ga, denk ik dat er iemand onder zit. Ik ben bang en ik denk dat ik gek word. En bovendien kan ik niet meer slapen.”

“Kom een jaar lang in behandeling bij mij.” zegt de psychiater. “Kom drie keer per week op therapie, en dan zullen we er wel in slagen om die angsten te bedwingen. Zo zal je je nachtrust weer terugkrijgen.”

“Klinkt goed, maar euh… wat gaat dat kosten?” vraagt de patiënt.

“80 Euro per bezoek.” antwoordt de psychiater.

De patiënt wordt bleek. Maar hij twijfelt toch. Hij heeft wel een enorm slaaptekort. “Ik zal er eens een nachtje over slapen.” zegt hij. “Allez, bij manier van spreken dan.” voegt hij er met een lachje aan toe.

Zes maanden later treft de psychiater hem toevallig op straat. “Waarom ben je nooit meer langs gekomen voor behandeling van je angsten?” vraagt de psychiater.

De man zegt: “Wel, dokter, 80 euro per bezoek, drie maal per week en dat een jaar lang is een hele hoop geld voor mij. Ik had het er op café over met mijn kameraad, en die heeft me in ruil voor voor een trappist genezen.”

“Is het echt? Dat is knap! Hoe heeft je kameraad je dan wel genezen?” vraagt de dokter verbaasd.

“Wel,” zegt de man, “hij zei me dat ik de poten vanonder mijn bed moet zagen. Dat was een geniaal idee. Er kan nu niemand meer onder, en ik slaap weer als een roos.”

 

Last van diarree

Een man komt bij de dokter omdat hij al een aantal dagen last heeft van diarree.

De dokter zegt tegen hem: “Nou, daar heb ik wel een middeltje tegen.”
En hij schrijft een voorschrift voor de apotheek.

Aan het eind van de dag merkt de dokter dat hij per vergissing kalmeringstabletten heeft voorgeschreven. Hij besluit de patiënt toch even te bellen.

Aan de telefoon vraagt hij aan zijn patiënt hoe het ermee gaat. Deze antwoordt: “Dokter, ik sta nu tot mijn knieën in de stront maar ik blijf er rustig onder!”

 

Is de hond dood?

Een man komt met zijn hond bij de dierenarts. “Volgens mij is mijn hond dood.” zegt hij, “Maar ik zou het wel graag zeker weten.”

“Leg hem maar even op de behandeltafel.” zegt de dierenarts.

Zodra de hond er ligt doet de dierenarts een luikje open waar een kat uit komt. De kat springt op de behandeltafel, rent over de hond en verdwijnt weer achter het luikje. De hond reageert niet.

De dierenarts zegt: “Inderdaad, uw hond is dood.”

De man antwoordt: “Dank u, dierenarts, het is helaas niet anders, wat kost dit consult?”

“709 euro.” zegt de dierenarts.

“Hè?”, zegt de man, “Waarom is dat zo duur?”

De dierenarts antwoordt: “9 euro bureaukosten en 700 euro voor de cat-scan.”

 

Nieuwe patiënt bij de psychiater

Een nieuwe patiënt komt bij de psychiater op consultatie.

“Ik weet niet wat uw probleem is,” zegt de dokter, “dus het zou misschien makkelijk zijn als u bij het begin begint.”

“Natuurlijk,” antwoordt de patiënt, “in den beginne schiep ik de hemel en de aarde….”

 

Komt een man bij de dokter

‘Dokter, ik ben de laatste tijd zo moe als een hond, maar toch heb ik honger als een paard en eet ik als een varken.’

‘Tja, ik zal u doorverwijzen naar een dierenarts.’

 

Gestoken door een wesp

Een heel chique madam arriveert in haar dure BMW coupé bij de dokter, nadat ze gestoken is door een wesp.

De dokter vraagt: ‘Waar bent u gestoken mevrouw?’

Ze zegt verlegen: ‘Oh dokter, dat kan ik u niet zeggen, want dan schaam ik me zo.’

‘Maar ik moet het toch echt weten hoor, anders kan ik u niet helpen’, reageert de dokter verbaasd.

De vrouw antwoordt: ‘Nee dokter, als andere mensen dit weten dan word ik uitgelachen en schaam ik me dood.’

‘Luister,’ zegt de dokter, ‘ik heb een geheimhoudingsplicht, dus ik zal echt tegen niemand zeggen waar u gestoken bent.’

‘Ok dan,’ zegt de vrouw opgelucht… in den Aldi’.

 

Jantje is bij de tandarts geweest

Jantje is bij de tandarts geweest.

Moeder vraagt hem: “Doet je kies nu nog pijn, Jantje?”

“Geen idee,” antwoord Jantje, “de tandarts heeft hem gehouden!”

 

Ruzie met het vrouwtje

Op een avond loopt Piet zijn stamcafé binnen en zegt: “Karel, een trappist graag. Ik heb net ruzie gehad met het vrouwtje.”

“Oh ja?” zegt Karel. “En hoe verliep het deze keer?”

Toen het voorbij was,” antwoorde Piet, “kwam ze op handen en voeten naar me toe gekropen.”

“Wow!” zegt Karel, “En wat zei ze?”

Ze zei: “Kom onder dat bed vandaan, bangerik!”

 

Echtpaar in winkelcentrum

Een echtpaar was boodschappen aan het doen en de hele stad was vol met winkelende mensen.

Lopend door het winkelcentrum en kijkend naar de etalages blikte de vrouw ineens verwonderd opzij om te ontdekken, dat ze haar man nergens meer zag.

Ze wist dat ze nog veel te doen hadden en werd kwaad. Ze rommelde in haar handtas om haar mobieltje te zoeken. Toen ze het gevonden had, belde ze haar man en vroeg hem waar hij toch gebleven was.

Haar man antwoordde: “Liefste, herinner jij je die juwelierszaak nog waar we 5 jaar geleden waren en waar je helemaal verliefd werd op die diamanten halsketting die we toen helaas niet konden betalen. Maar ik vertelde je toen ook dat ik hem eens op een dag voor je zou kopen.”

De ogen van de vrouw vulden zich met tranen, ze begon zacht te huilen en terwijl ze een snik probeerde te onderdrukken fluisterde ze: “Ja, die juwelierszaak herinner ik me zeker nog”.

“Wel”, zei hij, “ik zit in ’t café er naast!”