Protest tegen ontslag

De pas ontslagen werknemer vraagt aan de baas: ‘Waarom heeft u mij ontslagen? Ik heb toch niets gedaan!’

Waarop de baas antwoordt: ‘Daarom juist!’

 

Tralala in het park

Een vrouw loopt nadert de brug in het park. Ze hoort een man op de brug zingen: ‘34 tralalala!’

De vrouw snapt er niks van en loopt naar de meneer toe en vraagt: ‘Waarom zingt u 34 tralalala?’

De man antwoordt: ‘Kijk maar eens in het water.’ 

De vrouw kijkt in het water en zegt: ‘Wat is er? Ik zie niets.’ 

‘Buig maar wat verder naar voren.’ zegt de man.

De vrouw buigt voorover. Opeens duwt de man haar van de brug. Ze valt met een plons het water in.

De man begint weer te zingen: ‘35 tralalala!’

 

Groot of klein

Piet en Pol gaan naar een taverne en bestellen elk een hamburger.

Even later brengt de dienster 2 hamburgers. Er blijkt één grote en één kleine hamburger te zijn.

‘Jij mag eerst kiezen’, zegt Piet.

Pol denkt even na en kiest dan de grote.

‘Wat ben jij onbeleefd!’, roept Piet uit. ‘Jij kiest gewoon de grote!’

‘Welke zou jij dan gekozen hebben?’ vraagt Pol.

‘De kleine, natuurlijk’, zegt Piet.

‘Wel, wat zeur je dan! Die heb je nu toch?’ is het antwoord van Pol.

 

Afvallen

Een vrouw zegt tegen haar man: ‘Ik zou graag afvallen.’

Haar man hoort dit al 10 jaar en antwoordt: ‘Dan moet je meedoen aan een missverkiezing. Dan val je vast als eerste af.’

 

Spookrijder gesignaleerd

Een bejaarde man rijdt in zijn auto.

Op de radio hoort hij dat er een spookrijder op de autosnelweg rijdt.

Hij zegt: ‘Eén spookrijder? Ik zie er veel meer!’

 

Een vloer timmeren

Kurt is bezig met het timmeren van zijn nieuwe vloer. Telkens wanneer hij een spijker pakt, bekijkt hij deze aandachtig. De helft van de spijkers gooit hij weg.

Zijn vriend Geert ziet dit en vraagt: ‘Waarom gooi je zoveel spijkers weg?’

Kurt zegt: ‘Ik heb per ongeluk slechte spijkers gekocht. Bij de helft zit de kop aan de onderkant en de punt naar de bovenkant.

‘Niet weggooien,’ zegt Geert, ‘die kun je toch gebruiken voor het plafond!’

 

Benzineprijs

Een man komt bij het tankstation en vraagt: ‘Hoeveel kost een druppel benzine?’

De pompbediende antwoordt: ‘Een druppel is gratis, meneer.’

De man antwoordt: ‘Ok, druppel mijn auto dan maar vol.’.

 

Etentje bij vrienden

Bob en Ilse zijn op bezoek bij Tim en Clara.

“Thuis eet ik bijna niets”, zegt Bob, “maar bij vrienden eet ik als een paard.”

“Wel”, zegt Tim, “Bij ons kan je doen alsof je thuis ben.”

 

5 is zijn getal

Twee mannen komen elkaar tegen in de bar van het hotel en geraken aan de praat. De ene heeft een straf verhaal. Hij zegt:”Ik ben geboren op 5 mei 1955. Mijn ouders woonden op de 5de verdieping van een gebouw, en het huisnummer was 5. Ik ben met mijn huidige vrouw getrouwd op 5 mei 2005, en ik ben vader van 5 kinderen. 5 is dus duidelijk mijn getal. Daarom heb ik in de paardenrace van vorige week zondag 5 euro ingezet op paard nummer 5, zonder dat ik iets van paardenrennen ken.”

‘Wow”, zegt de ander, “en heeft jouw paard gewonnen?”

De eerste man antwoordt: “Neen. Het werd vijfde.”

 

Nachttrein naar Rome

Een man en een vrouw die elkaar niet kennen, staan voor het treinloket. Allebei willen ze met de nachttrein naar Rome. De loketbediende vertelt dat er nog maar één tweepersoonsbed beschikbaar is, en dat ze onder elkaar maar moeten uitvechten wie het krijgt.

Zowel de man als de vrouw moeten echt de volgende dag in Rome zijn, dus na enig overleg besluiten ze om het bed te delen. Ze kleden zich om en gaan ieder aan één kant van het bed liggen.

Na ongeveer een halfuurtje vraagt de man: “Kun je wel in slaap raken?”

Waarop de vrouw antwoordt dat ze het toch maar een beetje koud vindt.

“Daar kunnen we maar twee dingen aan doen,” zegt de man. “Ofwel ga ik voor jou een dekentje halen, ofwel doen we alsof we gehuwd zijn.”

“Goed,” zegt de vrouw na enige tijd nadenken, “laten we dan maar doen alsof we gehuwd zijn.”

Waarop de man: “Oké, ga dan zelf maar het dekentje halen.”

 

De man en de visser

Een man vraagt aan een visser: “Bijten ze?”

De visser antwoordt: “Neen hoor, kom gerust wat dichterbij.”

 

Scheren

Jef vroeg aan Jos: “Waarom moet ik me ’s morgens 3 keer zo lang scheren als jou?”

Waarop Jos zei: “Omdat ik niet zo een lang gezicht trek als jij”.